IPMA definieert in totaal 29 competentie-elementen die zijn verdeeld over drie competentiegebieden.
De drie competentiegebieden zijn:
- Vaktechnische competenties (Practice)
Het gaat om kundigheid. Bijvoorbeeld: je kunt risico’s goed inschatten en weet hoe je hierop moet reageren. - Gedragsmatige competenties (People)
Het gaat om gedrag. Bijvoorbeeld: Hoe gevoelig ben je voor feedback? Hoe ga je om met je emotie tijdens projecten. - Contextuele competenties (Perspective)
Het gaat om het besef hebben van je omgeving en hoe dit invloed heeft op je project. Bijvoorbeeld: wie zijn je stakeholders? En hoeveel invloed of belang hebben zij bij het project?
De drie competentiegebieden vormen een ‘oog’ hoe je naar een project kijkt. Als je een gedeelte mist, heb je een blinde vlek in het project.
Zonder inzicht in eigen handelingen, in de manier van communiceren en zonder een professionele samenwerking in een team komen projectresultaten niet vaak van de grond. Deze competenties zijn essentieel voor een projectmanager en projectmedewerker. De competenties zijn hieronder weergegeven.
| Contextuele competenties | Gedragsmatige competenties | Vaktechnische competenties |
| Strategie | Zelfreflectie en zelfmanagement | Projectaanpak |
| Besturing, structuren en processen | Persoonlijke integriteit en betrouwbaarheid | Eisen en doelen |
| Compliance, wetten en regelgeving | Persoonlijke communicatie | Scope |
| Invloed en belangen | Relaties en betrokkenheid | Tijd |
| Cultuur en waarden | Leiderschap | Organisatie en informatie |
| Teamwerk | Kwaliteit | |
| Conflicten en crisis | Financiën | |
| Vindingrijkheid | Mensen en middelen | |
| Onderhandelen | Inkoop | |
| Resultaatoriëntatie | Plannen en beheersing | |
| Risico’s en kansen | ||
| Belanghebbenden | ||
| Veranderingen en transformatie |